top of page

Gewervelde dieren

Zoogdieren

Zoogdieren

zoogdier.PNG

Een zoogdier is een dier dat wordt geboren uit de buik van zijn of haar moeder (levend barend - dus geen eieren leggend). Een uitzondering hiervan zijn de eierleggende zoogdieren. Daarna wordt het zoogdier door de moeder gezoogd met melk. Daar komt de naam vandaan. De moeder heeft speciale melkklieren en tepels hiervoor. De eierleggende zoogdieren zuigen het niet uit de tepels maar likken het op rond de vacht van de melkklier. Het zoogdier kenmerkt zich door de volgende eigenschappen:

​

  • Ze hebben een geraamte

  • Ze hebben longen om te ademen

  • Ze zijn warmbloedig

  • Ze voeden hun jongen met melk uit hun eigen lichaam

  • Ze hebben meestal haar (uitzondering hiervan is de walvis)

  • Ze zijn meestal levendbarend

  • Ze zijn vaak intelligenter dan reptielen en vogels

  • Ze hebben oren (hoewel je die bij bijvoorbeeld de zeehond niet kunt zien)

  • ze leven meestal op het land

​

Het moment waarop de jongen geslachtsrijp zijn verschilt ook per soort. Bij de kleine dieren worden de vroegste nakomelingen al geslachtsrijp in het jaar waarin ze zijn geboren. Maar bij andere soorten, die toch de meerderheid vormen, gebeurt dit pas na 1 of 2 jaar. Bij zeezoogdieren duurt dit echter het langst.

Sommige soorten van zoogdieren houden een winterslaap, zoals een egelhamster, vleermuis en de slaapmuis. 

Je hebt binnen de zoogdieren planteneters (herbivoor), vleeseters(carnivoor) en alleseters (omnivoor). Vooral roofdieren zijn vleeseters, zij gaan zelf achter hun prooi aan. Toch is er 1 roofdier die een grote uitzondering is. De panda leeft namelijk alleen maar van planten, en dan voornamelijk bamboe. De panda is overigens te traag om achter zijn prooi aan te gaan.

​

Het allergrootste zoogdier ter wereld is de Blauwe Vinvis. De Blauwe Vinvis kan een lengte van 30 meter bereiken en 170.000 kilogram wegen. Alleen de tong van deze vinvis is even groot als een hele olifant. Maar toch is de olifant het zwaarste land-zoogdier, de savanneolifant weegt maximaal 6.300 kilogram. Deze olifanten worden zo’n 3 meter hoog en 7 meter lang.

Wereldwijd leven er 4600 soorten zoogdieren. Wij mensen zijn ook zoogdieren. Wij zijn de zoogdieren die het nieuwsgierigst zijn. Door ons lichaam en voeding konden wij ons vroeger het beste verspreiden over de wereld. Toch is er nog 1 zoogdier dat zich ook graag wilde verspreiden. Huismuizen en bruine en zwarte ratten zijn naast de mensen de enige zoogdieren die zich over grote delen van de aarde hebben verspreid. Deze zoogdieren hebben dit niet lopend gedaan, maar zijn via schepen en wagens overal heen gegaan.

​

Uit deze dieren kan je kiezen om een spreekbeurt te maken:

Aanmelden in classroom

Een link doorsturen

Reptielen

Reptielen

reptiel.PNG

Reptiel betekent kruipend dier. Er zijn heel veel reptielen. Eigenlijk is het woord reptielen een verzamelnaam van een heleboel dieren: slangenhagedissenschildpadden en krokodillen. Reptielen zijn allemaal koudbloedig. Ook zijn ze allemaal gewerveld. Dat betekent dat ze allemaal een ruggengraat en andere botten hebben. Er zijn heel veel verschillende reptielen: wel 8700 soorten. Je vindt ze bijna overal ter wereld. Alleen op plekken waar het heel er koud is, zoals op de zuidpool, leven geen reptielen.

​

Uit deze dieren kan je kiezen om een spreekbeurt te maken:

Vissen

Vissen

clownvis.PNG

Een vis is een dier dat in het water leeft. Een vis kan je eten of je kan er je hobby van maken. Er zijn zoetwatervissen en zoutwatervissen. Tropische vissen zijn er ook. Vissen ademen onder water door middel van kieuwen. Een grote zoutwatervis is de zalm.

Vissen hebben schubben. Het zijn koudbloedige dieren. Ze leven onder water. Vissen kunnen klein en groot zijn. Er zijn een heleboel verschillende vissen, bijvoorbeeld de goudvis, de permit, de karper en de snoek.

De karper en de snoek leven ook in meren. Dit zijn best grote vissen.

​

Uit deze vissen kan je kiezen om een spreekbeurt te maken:

Vogels

Vogels

vogels.PNG

Vogels (Latijn: Aves) zijn gewervelde dieren. Vogels zijn anders dan andere dieren erg gemakkelijk te herkennen; ze hebben als enige veren en samen met de vleermuizen vleugels. Vogel hebben zeer uiteenlopende gebieden waarin ze leven; ze leven in oceanen tot woestijnen en van tropische regenwouden tot het poolgebied. De vogels verschillen van vorm ook enorm; de struisvogel is erg groot en kan niet vliegen en de kolibrie is erg klein en kan supersnel vliegen.

​

Uit deze vogels kan je kiezen om een spreekbeurt te maken:

Amfibieën

Amfibieën

kikker.PNG

Onder amfibieën verstaan we een groep van koudbloedige gewervelde dieren, die zich onderscheiden van de reptielen.

Een kenmerk van een amfibie, is dat ze zowel op het land als op het water kunnen leven. Dat komt, omdat ze (in tegenstelling tot reptielen en zoogdieren) geen longen hebben, maar kieuwen, zoals vissen. Hun poten maken dat ze ook op het land kunnen leven; die krijgen ze al een paar dagen na de geboorte.

 

Dit zijn bekende amfibieën:

Ongewervelden

Ongewervelde dieren

eo-ongewervelden-nl.jpg

Ongewervelde dieren zijn dieren zonder rugwervels. Binnen de ongewervelden horen zeker 30 verschillende groepen zoals:

​

​

Uit deze dieren kan je kiezen om een spreekbeurt te maken:

Spreekbeurt maken

Hoe maak je een spreekbeurt?

Stap 1

Zoek informatie over jouw dier.

 

Dat kan je op volgende manieren:

​

  • Klik hierboven op jouw dier. Je komt dan automatisch op een pagina van wikikids.nl of op wikipedia. 

  • Typ de naam van jouw dier in Google.be. Daar kan je doorklikken naar verschillende andere websites. Pas op, je komt waarschijnlijk ook pagina's tegen die weinig of niets met jouw dier te maken hebben.

  • Ga naar de bibliotheek en zoek een boekje over jouw dier of over de klasse waar jouw dier thuishoort (zoogdieren, reptielen, ...)

  • Zoek in boekjes thuis.

  • In de klas van de juf of meester zijn ook nog heel wat boekjes. Ook in onze schoolbibliotheek kan je informatie vinden.

​

Knipsel.PNG
animaatjes-olaf-19936.gif

Stap 2

Lees, lees, lees. 

​

Vooraleer je kan beginnen, moet je zoveel mogelijk informatie over jouw dier lezen. Niet alles kan en moet je gebruiken in je spreekbeurt. 

Stap 3

Verzamel en orden informatie.

​

Vul een steekkaart over jouw dier in met informatie over:

  • Het uitzicht

  • Wat het dier kan

  • Waar en hoe het leeft

  • Voedsel

  • Voortplanting

  • Weet-je's

​

Een lege steekkaart kan je hiernaast downloaden. De kinderen krijgen er sowieso eentje mee uit de klas.

Een voorbeeld ingevulde steekkaart kan je op de pagina van de muskusrat vinden.

Stap 4

Schrijf je spreekbeurt letterlijk uit. (Dit is niet hetzelfde als jouw steekkaart!)

​

Als jouw steekkaart volledig is ingevuld, kan je overgaan naar het uitschrijven van de tekst van jouw spreekbeurt. Je schrijft de tekst letterlijk uit met alles wat je wil vertellen. Alle informatie uit de steekkaart moet je hierin verwerken.

​

Begin de tekst met een verwelkoming van jouw klasgenoten en leerkracht. Vertel daarna waarom je voor dit dier gekozen hebt. Daarna kan je pas echt beginnen met het vertellen van alle informatie die je gevonden hebt.

Je beëindigt je spreekbeurt met een bedanking aan iedereen. Tenslotte stel je een luistervraag.

schrijven.png

Stap 5

Zoek materiaal.

​

Deze stap doe je eigenlijk al tijdens alle vorige stappen. Maar nu ga je er wel extra aandacht aan besteden.

 

  • Kies prenten die je wil gebruiken. Beslis ook welke prenten je niet gebruikt.

  • Verzamel ander materiaal voor zover dat mogelijk is. Denk aan: tanden, opgezette dieren, pluimen, braakballen, beeldjes, ...

  • Zoek audio-visueel materiaal: Een filmpje, een geluid, een opname, ...

  • Maak eventueel een PowerPoint. Dit is geen 'moetje', je kan er geen extra punten mee verdienen.

spreekbeurt_large.gif

Stap 6

visualspeech.png

Studeer jouw spreekbeurt goed in.

​

Een spreekbeurt leer je van buiten. Een klein spiekbriefje mag je wel gebruiken, maar je mag je tekst niet aflezen. Hoe doe je dat?

  • Oefen luidop tot je jouw tekst goed kent. 

  • Oefen voor de spiegel.

  • Oefen met je materiaal, met de PowerPoint, ... zodat je weet wanneer je welk materiaal wil laten zien.

  • Oefen tenslotte met publiek. Doe je spreekbeurt voor je ouders. Zij zullen je wat tips en trics geven.

bottom of page